Vanuit Gavrio pakte ik de fiets richting Batsi. Dit is 
een bekende badplaats op 
Andros en daardoor ook meteen een toeristische trekpleister. Zoals je verwacht van de Cycladen, is ook dit dorpje tegen een heuvel aan gebouwd 
en kijk je zo op de prachtige baai.
Ik was al gewaarschuwd voor de “off-season-situatie” 
dus ik schrok niet heel erg toen ik er vandaag aankwam. Het strand 
was verlaten en veel restaurants waren gesloten. Eigenlijk was er gewoon geen hond. Wel een zwanenkoppel. 
Maar ook zij waren aan het afbouwen. Ze hadden het druk met het plukken van hun veren. Tijd voor het winterdonsdek!
Toch was de schoonheid van deze plek nog wel te zien. Zodra je een van de witgekalkte trappetjes op loopt, kom je in de mooiste steegjes. Op elke hoek een doorkijk naar de baai en de muren zijn vaak behangen met bloemenpracht 
of groen.
Na een bezoek aan de kerk 
bovenaan het dorp loop ik terug naar het strand. Terug naar mijn zwanenvrienden. Toch fijn dat er nog iemand wat achterlaat op dit royale zandstrand. Al is het maar wat dons en zwanenkak in plaats van lege colablikjes 
en Cornetto Classico 
papiertjes.
Batsi is de toeristenmagneet van het eiland, maar toch heeft het de Griekse (Cycladische) charme behouden met haar smalle steegjes, trappetjes en doorkijkjes. Ook ik hou van vertier (lees drank en muziek) en dat is hier in het hoogseizoen zeker te vinden! Ik zou niet te lang hier blijven en een auto huren is een aanrader, want voor een ongetrainde fietser als ik hield het fietsplezier hier wel op. Het eiland heeft nog veel meer avontuur!
